Een politiek café voor Nederlanders van Afrikaanse afkomst. “We gaan met kandidaat Kamerleden van diverse partijen in gesprek over de politieke participatie en representatie van zwarte Nederlanders. Daarnaast zullen we met elkaar in debat gaan over belangrijke thema’s als gelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.” Duidelijker dan dit kan het niet worden. Als Nederlander van Afrikaanse afkomst – en blogger die al eerder over discriminatie op de arbeidsmarkt schreef – voel ik me persoonlijk uitgenodigd. En omdat mijn stem nog niet bepaald is, is dit de perfecte kans om de standpunten van verschillende partijen aan te horen.
Politieke verkooppraatjes over black issues
Linda Nooitmeer mag als bestuurslid van het Ninsee de avond aan elkaar praten. Na wat problemen met de microfoon heet ze ons welkom en vertelt hoe de avond eruit zal zien, om vervolgens het woord over te dragen aan de panelleden. Gladys Albitrouw (DENK), Mpanzu Bamenga (D66), Don Ceder (ChristenUnie), Alphonse Muambi (GroenLinks), Sylvana Simons (Artikel 1) en Peggy Wijntuin (PvdA) stellen zichzelf uitgebreid voor. De enige die daar de kans niet voor krijgt, is Phyllis Döll-Osei (Artikel 1). Zij is niet uitgenodigd als panellid, maar heeft wel een uitgenodiging ontvangen. Alleen ging dat meer om een appearance.
Dit weet ik, omdat de moderator dit door de microfoon met haar bespreekt. Na een politiek correcte beef is het tijd voor de eerste stelling:
Onderlinge vooroordelen zorgen ervoor dat de Afro-Nederlandse gemeenschap verdeeld blijft.
Een zeer interessante stelling waar menig Afro-Nederlander een mening over heeft. Tevens een stelling die niets te maken heeft met de politieke participatie, noch representatie van zwarte Nederlanders. Toch weten alle panelleden hun politieke standpunt op te nemen in hun reactie.
Het publiek komt letterlijk in opstand. Meerdere mensen springen op: “Mag ik reageren?” Voordat de moderator antwoord kan geven, geeft de geïrriteerde vrouw haar reactie: “Het is een duidelijke stelling. U bent het ermee eens, of niet. Ik ben niet geïnteresseerd in uw politieke verkooppraatje.” Ik vraag me af waarvoor ze dan is gekomen…
Na een aantal gesprekken die meer weghebben van een debat dan een dialoog, is het tijd voor de laatste stelling van de eerste ronde:
De Afro-Nederlandse politicus zit in een spagaat: enerzijds belangenbehartiging voor de gemeenschap, anderzijds aan de fractiediscipline.
Wanneer Peggy Wijntuin aangeeft dat zij die spagaat niet voelt, omdat haar partij de belangen van haar gemeenschap juist behartigt, weet een bezoeker niet hoe snel hij zich door de menigte naar voren moet wurmen. “Waar was u dan voor uw gemeenschap bij de Sinterklaasintocht in Rotterdam? Waar was uw partij? Want daar hoort de burgemeester toch ook bij?” Haar antwoord is niet voldoende om de boze menigte te bedaren. De rij bij de microfoon wordt langer en langer. Na een aantal opvolgende vragen kapt de moderator de vragenronde af.
Dat tot grote ergernis van de dame die net begonnen is aan haar vraag. De moderator onderbreekt haar mid-sentence. “Wij gaan nu niet verder met het gesprek. Wij lopen al enorm uit en hebben nu nog maar 10 minuten voor de pauze. U kunt nu uw vraag stellen, maar dan heeft niemand pauze. Of u kunt wachten tot na de pauze.” Het publiek kiest voor de mevrouw en staat massaal op.
“Leerkrachten discrimineren niet!”
De pauze blijkt iets langer dan 10 minuten te duren. Na een half uur gaan we weer van start. Mitchell Esajas, initiatiefnemer van de bijeenkomst, neemt het moderaten over. Hierdoor krijgt de bestuursvoorzitter van het Ninsee automatisch de taak van microfoon-drager. “We gaan het anders doen. In plaats van vier stellingen, doen wij er twee. Zo heeft iedereen de kans om te reageren. Ook krijgt elke politicus twee minuten om een reactie te geven en let ik daarbij op concretisering. Dus kom snel tot je punt.” Ja, hier kan ik mee werken! Zo komen we nog ergens.
De eerste stelling gaat over het advies voor de middelbare school;
moet de cito-toets leidend zijn, of de mening van de leerkracht?
Uit onderzoek blijkt namelijk dat kinderen met roots in het buitenland stelselmatig een lager advies krijgen, terwijl uit de cito-toets blijkt dat ze een hoger niveau aankunnen.
Alphonse Muambi pleit voor een brede brugklas: “Dan toets je pas op de middelbare school het niveau en hebben kinderen langer de tijd om zich te ontwikkelen.” Mpanzu Bamenga vindt juist dat de leerkrachten meer tijd nodig hebben. “Die discriminatie bestaat niet! Leerkrachten hebben simpelweg niet genoeg tijd om scholieren goed te beoordelen. Daarom willen wij meer geld in het onderwijs steken.” Gladys Albitrouw is de enige die het probleem erkent. “Het is inderdaad zo dat allochtone kinderen, en autochtone Nederlanders met laagopgeleide ouders, vaker een te laag advies krijgen. Daarom willen wij dat het hoogste advies telt.”
Wat mij enorm teleurstelt, is dat geen enkele politicus de juiste context bij de stelling plaatst. Kinderen met laagopgeleide ouders krijgen vaak een te laag advies. Veel allochtone kinderen hebben laagopgeleide ouders. Uit het onderzoek blijkt dus niet dat de kinderen op basis van hun huidskleur een te laag advies krijgen.
Positieve discriminatie
Om discriminatie op basis van de naam te voorkomen, moet anoniem solliciteren bij de overheid en bij openbare instellingen de regel worden.
Amma Asante (PvdA) kan zich hier wel in vinden. “Als je eenmaal aan tafel zit, kan je laten zien wat je waard bent. Maar dan moet je dus wel uitgenodigd worden. Anoniem solliciteren zorgt daarvoor.” Sylvana Simons wilt niets weten van het anonieme solliciteren: “Nee, nee en nog eens nee. On-ac-cep-ta-bel. Ik ga mezelf niet wegvagen om kans te maken op een baan.” Daarom is zij voor diversiteitsquota.
Terwijl de dames vurig hun standpunt aan het bepleiten zijn, is Don Ceder druk bezig met zijn smartphone. Plots kijkt hij op: “Ik ben tegen het anoniem solliciteren, maar ook tegen een verplicht quotum. Ik wil de baan vanwege mijn kwaliteit, niet omdat ik zwart ben.” “Jammer dat je dit zegt,” reageert Sylvana Simons direct, “want hiermee insinueer je dat de kwaliteit achteruitgaat, als de diversiteit omhoog gaat.”
Een dame uit het publiek wilt weten wat de partijen zeggen over discriminatie op de werkvloer. Want als je eenmaal een baan gevonden hebt, word je op de werkvloer alsnog gediscrimineerd. “Dat is gewoon verboden en strafbaar”, roept Amma Asante. “Deze wet is pas nog aangescherpt door minister Asscher.””Hier kan je gewoon werk van maken. Stap naar een advocaat – kom naar mij,” suggereert Don Ceder.
Voordat Mitchell Esajas en Linda Nooitmeer de avond afsluiten, krijgen alle kandidaten nog kort de tijd om hun punt te maken. De één (D66) heeft daar heel veel woorden voor nodig, de ander (Artikel 1) is kort maar krachtig:
Nederland is van ons. We own part of this shit. Laten we goed voor haar zorgen.
Go grab your shit. It’s yours.
Best bijzonder, haar taalgebruik. Zo bijzonder dat ik er een hele blog over heb geschreven: politici en straattaalgebruik.